Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • adventurer = avonturier
  • airline = luchtvaartmaatschappij
  • apply for (to) = aanvragen, in aanmerking komen voor
  • arrange (to) = regelen
  • basement = kelder
  • businessman = zakenman
  • career = carrière
  • challenge = uitdaging
  • creative = creatief
  • cross (to) = oversteken
  • explorer = ontdekkingsreiziger
  • flight = vlucht
  • found (to) = oprichten
  • grandfather = grootvader, opa
  • loan = lening
  • ocean = oceaan
  • over = meer dan, ouder dan
  • plane = vliegtuig
  • politician = politicus
  • record shop = platenwinkel
  • several = meerdere
  • skills = vaardigheden
  • successful = succesvol
  • unknown = onbekend