ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface onderbouw 3e editie
HAVOVWO - Leerjaar 3 - 3e editie
Hoofdstuk 3.4 - Vocabulary unit 3, lesson 4
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
anticipate (to)
=
verwachten
apart from
=
afgezien van, behalve
background
=
achtergrond
beef
=
rundvlees
custom
=
gewoonte, gebruik
cutlery
=
bestek
defeat
=
nederlaag
embrace (to)
=
omarmen, omhelzen
forbid (to) - forbade - forbidden
=
verbieden - verbood (verboden) - verboden
fortnight
=
twee weken
get on (to)
=
opschieten, overweg kunnen
good-natured
=
vriendelijk, aardig
in common (to have)
=
gemeen(schappelijk) hebben
lay out (to) - laid out - laid out
=
uitspreiden - spreidde(n) uit - uitgespreid
occasion
=
gelegenheid, aanleiding
plain
=
simpel, gewoon
reputation
=
reputatie, naam
skilful
=
kundig
so far
=
tot nu toe
tasteless
=
smaakloos
tender
=
mals (bij vlees)