Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • floor = verdieping
  • sign = bord
  • nurse = verpleger, verpleegster / verpleger / verpleegster
  • ward = afdeling
  • hug = knuffelen
  • bruise = kneuzing
  • huge = kolossaal
  • cast = gipsverband
  • draw = tekenen
  • mountain biking = mountainbiken
  • mag = tijdschrift
  • lucky one = geluksvogel
  • met = ontmoette
  • BMX bike = crossfiets
  • X-ray = r̦ntgenfoto
  • seemed = scheen, leek / scheen / leek
  • optimistic = optimistisch
  • everyone = iedereen
  • wheelchair = rolstoel
  • different = anders
  • cheer up = opbeuren, opvrolijken / opbeuren / opvrolijken
  • near = bij
  • toe = teen
  • work up = omhoog werken