Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • across the road = aan de overkant
  • teacher = leraar, lerares / leraar / lerares
  • parents = ouders
  • cousin = neef, nicht / neef / nicht
  • Australia = AustraliÌÇ
  • editor = hoofdredacteur
  • I beg your pardon? = Wat zeg je?
  • rude = onbeleefd
  • question = vraag
  • to become = worden
  • magazine / journal = tijdschrift
  • idea = idee
  • to be great with = heel goed zijn met
  • number = getal
  • too = ook
  • careful = voorzichtig
  • out of town = buiten de stad