Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • to be adjacent to = liggen naast
  • collarbone = sleutelbeen
  • crutch = kruk
  • grisly = griezelig
  • hem = zoom / boord
  • in sync = synchroon
  • jolt = schok
  • to lurch = slingeren
  • motorist = automobilist
  • to recuperate = herstellen / er weer bovenop komen
  • sensory = zintuiglijk
  • walker = looprek
  • prod = prikstok
  • slat = lat
  • to spill out = rennen naar buiten
  • stilt = op palen