ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Frans
ThiemeMeulenhoff
Carte Orange
1 vmbo-g-t
1 vmbo gt/havo - Unité 2
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Frans
Nederlands
la rue
=
de straat
la place
=
het plein
la maison
=
het huis
l’appartement
=
het appartement / de flat
l’immeuble
=
het flatgebouw / het gebouw
le magasin
=
de winkel
la pièce
=
de kamer / het vertrek
la chambre
=
de kamer / de slaapkamer
la salle de séjour
=
de woonkamer
la salle de bains
=
de badkamer
la cuisine
=
de keuken
l’escalier
=
de trap
l’ascenseur
=
de lift
le grenier
=
de zolder
la porte
=
de deur
la fenêtre
=
het raam
la table
=
de tafel
la chaise
=
de stoel
seul
=
alleen
la campagne
=
het platteland
avec
=
met
en ligne
=
online
il dit
=
hij zegt
elle dit
=
zij zegt
pourquoi
=
waarom
ici
=
hier
sans
=
zonder
très peu
=
heel weinig
très
=
erg / heel
ta nouvelle maison
=
jouw nieuwe huis
grand
=
groot (m)
grande
=
groot (v)
le jardin
=
de tuin
immense
=
enorm groot
combien
=
hoeveel
beaucoup
=
veel
la fin
=
het eind
je viens
=
ik kom
chez toi
=
bij jou
chez
=
bij
petit
=
klein (m)
petite
=
klein (v)
qu’est-ce qu’il y a?
=
wat is er?
qui
=
wie
ma soeur
=
mijn zus
toujours
=
altijd
on a
=
wij hebben
sur
=
op
mon père
=
mijn vader
chez nous
=
bij ons
propre
=
eigen
près de / près d'
=
dichtbij
libre
=
vrij
viens
=
kom
on regarde
=
we kijken naar
on écoute
=
we luisteren naar
où
=
waar
loin
=
ver
tout près
=
vlakbij
quel
=
welk / welke
devant
=
voor
joli
=
mooi (m) / leuk (m)
jolie
=
mooi (v) / leuk (v)
on prend
=
we nemen
content
=
tevreden (m)
contente
=
tevreden (v)
tout
=
alles
l’ordinateur
=
de computer
tu veux
=
jij wilt
voir
=
zien