Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Frans Nederlands
  • le chat = de kat
  • toujours = altijd
  • les vacances = de vakantie
  • seulement = alleen, slechts / alleen / slechts
  • la campagne = het platteland
  • voir = zien
  • prendre = nemen
  • le café = de koffie
  • le coca = de cola
  • rester = blijven
  • le panier = de mand
  • laisser = laten
  • ouvert, ouverte / ouvert / ouverte = open
  • tout seul = helemaal alleen
  • gentil / gentille = aardig / lief
  • chaud, chaude / chaud / chaude = warm
  • attends = wacht
  • chercher = zoeken
  • vu = gezien
  • blessé, blessée / blessé / blessée = gewond
  • espérer = hopen
  • qu’est-ce que = wat
  • avoir mal = pijn hebben
  • il peut = hij kan
  • marcher = lopen
  • trouver = vinden
  • tout de suite = meteen, dadelijk / meteen / dadelijk
  • heureusement = gelukkig
  • cassé, cassée / cassé / cassée = gebroken
  • pauvre = arm
  • dehors = buiten
  • bon / bonne = goed / lekker