Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Frans Nederlands
  • oublier = vergeten
  • le billet de train = het treinkaartje
  • épeler = spellen
  • rater = missen
  • l’aller-retour = het retourtje
  • la déclaration de vol = de aangifte van diefstal
  • la marque = het merk
  • faire attention à = letten op
  • la carte d’identité = de identiteitskaart
  • la description = de beschrijving
  • les affaires = de spullen
  • abandonner = achterlaten
  • la fermeture éclair = de ritssluiting
  • la poche = de zak
  • la forme = de vorm
  • en cuir = van leer
  • carré = vierkant
  • perdu = verloren / verliezen
  • le code personnel = de pincode
  • le témoin = de getuige
  • le policier / la policière = de politieagent
  • l’agresseur = de aanvaller
  • le passeport = het paspoort
  • la carte bancaire = de bankpas
  • la victime = het slachtoffer