Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Frans Nederlands
  • reprendre = opnieuw beginnen met
  • en boîte = in de disco / naar de disco
  • sans doute = waarschijnlijk
  • rigoler = lol maken
  • terminer = aflopen / eindigen
  • grave = ernstig
  • convaincre = overtuigen
  • épuisant = uitputtend
  • monter la tente = de tent opzetten
  • le contraire = het tegenovergestelde
  • rassurer = geruststellen
  • tomber amoureux = verliefd worden
  • la confiance = het vertrouwen
  • fils unique / fille unique = enig kind
  • le texto = de sms
  • faire les courses = de boodschappen doen / boodschappen doen
  • le moniteur = de begeleider
  • être habitué à = gewend zijn aan
  • le maillot de bain = het badpak
  • bronzer = zonnen / bruin worden
  • la valise = de koffer
  • s’ennuyer = zich vervelen
  • faire du ski / skier = skiën
  • l’été = de zomer