Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • to scare/to frighten = bang maken
  • scared of/afraid of = bang voor
  • revenge = wraak
  • to revenge = wreken
  • tense = gespannen
  • tension/strain = spanning
  • to dislike = een hekel hebben aan
  • to beg = smeken
  • mood = stemming
  • to comfort = troosten
  • to desire = verlangen naar
  • desire = verlangen
  • ghost = spook
  • to involve in = betrekken bij
  • exciting/thrilling = opwindend
  • excited = opgewonden
  • excitement = opwinding
  • to acknowledge = erkennen
  • argument = argument / meningsverschil
  • to argue = ruzie maken
  • familiar = bekend/vertrouwd
  • to fancy = vallen op
  • desperate = wanhopig
  • to despair = wanhopen
  • lonely = eenzaam
  • to boast = opscheppen
  • to irritate = ergeren/irriteren
  • irritation = ergernis/irritatie
  • passion = passie/grote liefde
  • creepy = griezelig
  • surprised = verbaasd
  • surprise = tot mijn verbazing
  • amazing = verbazingwekkend