Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • shift = ploegendienst
  • assembly line = lopende band
  • to commit oneself = zich verplichten
  • commitment = verplichting / betrokkenheid
  • committed = gemotiveerd
  • carpenter = timmerman
  • plumber = loodgieter
  • workshop = werkplaats / workshop
  • to engage = in dienst gaan
  • pains = moeite
  • to earn a living = de kost verdienen
  • livelihood = middel van bestaan
  • to merge = fuseren
  • merger = fusie
  • takeover = overname
  • demand (for) = vraag (naar)
  • to demand = eisen
  • demand = eis
  • to assign = opdragen
  • assignment = opdracht
  • accustomed to/used to = gewend aan
  • to supervise = toezicht houden op
  • supervision = toezicht
  • profession/occupation = beroep
  • to involve = inhouden/met zich meebrengen