Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • to astonish / to amaze = verbazen
  • astonishment = verbazing
  • amazing = verbazingwekkend
  • relieved = opgelucht
  • relief = opluchting
  • to reconcile = verzoenen
  • silly = dwaas
  • suspense = spanning
  • impression = indruk
  • impressive = indrukwekkend
  • to fear = bang zijn/vrezen
  • fear = angst
  • favour = gunst
  • to scream = gillen
  • to stun/to baffle = verbijsteren
  • to move = ontroeren
  • pride / proud = trots
  • temper = humeur
  • to boast = opscheppen/pochen
  • reluctantly = met tegenzin
  • reluctance = tegenzin
  • upset = van streek
  • to upset = van streek maken
  • disgust = walging/afschuw
  • disgusting = walgelijk
  • to control oneself = zich beheersen
  • self control = zelfbeheersing
  • tie/bond = band
  • extraordinary = buitengewoon