- Engels Nederlands
- bank statement = het bankafschrift
- damaged = beschadigd
- to order = bestellen
- to save = bewaren
- receipt = de bon
- cash = contant
- a while = een tijdje
- boots = de laarzen
- to show = laten zien
- husband = de man
- incredibly = ontzettend
- original = origineel
- to pay by debit card = pinnen
- debit card = de pinpas
- product = het product
- especially = speciaal
- to regret = spijt hebben
- to return = terugbrengen
- time = de tijd
- after all = toch
- as of = vanaf
- packaging = de verpakking
- difference = het verschil
- terrible = verschrikkelijk