Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • bend = bocht
  • bold = dapper
  • blurred = wazig
  • to comprehend = begrijpen
  • to distort = verdraaien
  • distracted = afgeleid
  • to enclose = bijsluiten
  • intern = stagiaire
  • junction = kruispunt
  • manufacturer = fabrikant
  • pincers = nijptang
  • preposterous = belachelijk
  • to proceed = verder gaan
  • to propose = voorstellen
  • rash = overhaast
  • to ratify = bekrachtigen
  • regulation = voorschrift
  • resourceful = vindingrijk
  • self-catering = met een keuken
  • structural = blijvend
  • to submit = indienen
  • to sue = aanklagen
  • whilst = terwijl
  • yet = niettemin