ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
Malmberg
Of course!
VWO - Leerjaar 4 - 4e editie
Hoofdstuk 4.6
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
... I really must be off now.
=
… ik moet nu echt gaan.
... I’m afraid I’ll have to go now.
=
… ik ben bang dat ik nu moet gaan.
As far as I’m concerned ...
=
Wat mij betreft …
Bye!
=
Doei!
Can you explain why …?
=
Kun je uitleggen waarom …?
Certainly, … / Definitely, …
=
Zeker, …
Could you be more explicit, please?
=
Zou je wat preciezer kunnen zijn, asjeblieft?
Could you please say that again?
=
Zou je dat asjeblieft kunnen herhalen?
Do you mean…?
=
Bedoel je …?
Does this mean…?
=
Betekent dit …?
Don’t worry.
=
Maak je geen zorgen.
Doubtless, …
=
Ongetwijfeld, …
Everything is all right.
=
Alles is in orde.
For example, … / For instance, …
=
Bijvoorbeeld, …
For one thing, …
=
Enerzijds, …
I am writing with reference to …
=
Ik schrijf met betrekking tot …
I beg your pardon?
=
Wat zegt u?
I doubt if ...
=
Ik betwijfel of …
I hope you don’t mind, but ...
=
Ik hoop dat je het niet erg vindt, maar …
I like …
=
Ik vind … goed.
I look forward to receiving your answer.
=
Ik kijk ernaaruit om uw antwoord te ontvangen.
I think …
=
Ik denk …
I wonder if ...
=
Ik vraag me af …
I’d like to remark that ...
=
Ik wil graag opmerken dat …
I’d like to suggest ...
=
Ik zou willen voorstellen …
I’m (absolutely) sure …
=
Ik ben er heel zeker van …
I’m (utterly) convinced …
=
Ik ben ervan overtuigd …
I’m certain that ...
=
Ik ben er zeker van dat …
I’m happy ...
=
Ik ben blij …
I’m not sure if …
=
Ik weet niet zeker of …
I’m of the opinion that ...
=
Ik ben van mening dat …
I’m pleased with … / I’m satisfied about …
=
Ik ben tevreden over …
I’m sure that …
=
Ik weet zeker (dat) …
If I were you, I'd …
=
Als ik jou was, zou ik …
I'm convinced that …
=
Ik ben ervan overtuigd (dat) …
In my opinion …
=
Naar mijn mening …
In my view, …
=
Volgens mij …
It has ...
=
Het heeft …
It has the shape of a ...
=
Het heeft de vorm van …
It highlights the problem that …
=
Het benadrukt het probleem dat …
It is used to ...
=
Het wordt gebruikt om …
It raises the problem that …
=
Het brengt het probleem met zich mee dat …
It’s a sort of ...
=
Het is een soort …
It’s been very interesting talking to you, but ...
=
Ik vond het heel interessant om met je te praten, maar …
It’s doubtful if …
=
Het is twijfelachtig of …
It’s made of ...
=
Het is gemaakt van …
It’s what you ... to …
=
Het is wat je … om …
It's uncertain if …
=
Het is niet zeker dat …
Look after yourself!
=
Let goed op jezelf!
May I give you some advice?
=
Mag ik je advies geven?
Mind you, I do think that ...
=
Let wel, ik denk wel dat …
Of course, …
=
Natuurlijk, …
On the other hand ...
=
Aan de andere kant …
See you next week!
=
Tot volgende week!
Sorry, I didn't get your point.
=
Sorry, maar ik snap je niet.
Sorry, I don’t follow you.
=
Sorry, maar ik volg je niet.
Surely, it can’t be that bad.
=
Zo erg kan het toch niet zijn.
Take care!
=
Wees voorzichtig!
Take for example, …
=
Neem bijvoorbeeld …
Take the way (he) …
=
Neem de manier waarop (hij) …
That may be true, but ...
=
Dat kan wel zo zijn, maar…
The real problem is …
=
Het echte probleem is …
There’s no doubt that ...
=
Er is geen twijfel dat …
There’s no need to be upset.
=
Je hoeft je niet zo druk te maken.
To give you an idea …
=
Om je een idee te geven …
To me, …
=
Voor mij …
Undoubtedly, …
=
Ongetwijfeld …
We might …
=
We zouden …
We'd better …
=
We kunnen maar beter ...
What about … ?
=
Wat dacht je van …?
What if we … ?
=
Wat als we …?
What was that again?
=
Wat zei je ook alweer?
Why don’t you …?
=
Waarom zou je niet …?
Why is it that … ?
=
Waarom is het dat …?
Would you mind repeating that please?
=
Zou je dat asjeblieft willen herhalen?
You should …
=
Je zou …
You’ll be fine!
=
Het komt goed met je!