Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • to afflict = kwellen
  • albeit = zij het dat, hoewel
  • to attest = officieel bevestigen
  • avenue = weg, toegang (figuurlijk)
  • to compose = samenstellen
  • to decimate = decimeren
  • deficiency = tekort
  • embroiled in = verwikkeld in
  • excerpt = uittreksel
  • to gobble = schrokken
  • indigenous = inheems
  • to lead astray = op een dwaalspoor brengen
  • maggot = made
  • native = autochtone bewoner
  • to poison = vergiftigen
  • poultry = gevogelte
  • protein = eiwit
  • to rear = kweken
  • reconciliation = verzoening
  • routinely = regelmatig
  • spectrum = scala
  • strain = spanning, druk, belasting
  • surge = plotselinge toename
  • tenant = huurder
  • tribe = stam
  • yield = opbrengst