Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • to handle = aanpakken
  • rejection = afwijzing
  • to edit = bewerken, redigeren
  • to admire = bewonderen
  • concerned = bezorgd
  • to attend = bijwonen
  • to focus = concentreren
  • qualification = diploma
  • target = doel
  • to persevere = doorzetten
  • to urge = dringend verzoeken
  • awkward = gênant
  • gender = geslacht
  • tremendous = gigantisch
  • to gamble = gokken
  • bumpy = hobbelig
  • to employ = in dienst hebben
  • in contrast to = in tegenstelling tot
  • to guide = leiden
  • to pay off = lonen
  • tough = moeilijk
  • despite = ondanks
  • to accommodate = onderdak bieden aan
  • troubled = onrustig
  • to evolve = ontwikkelen
  • founder = oprichter
  • editor = redacteur
  • to hang out = rondhangen
  • scrap = schroot
  • scholarship = studiebeurs
  • extraordinary = uitzonderlijk
  • skill = vaardigheid
  • innovative = vernieuwend
  • stain = vlek
  • to value = waarderen