Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • advise (to) = advies geven
  • be prepared (to) = voorbereid zijn
  • blouse = bloes
  • body = lichaam
  • brilliant = geweldig
  • communicate (to) = communiceren
  • cycle (to) = fietsen
  • fill shelves (to) = vakken vullen
  • firmly = stevig
  • grade = cijfer
  • impress (to) = indruk maken
  • impression = indruk
  • interview = sollicitatiegesprek
  • junior = jongere leerling
  • late = (te) laat
  • overdo (to) = overdrijven
  • pay attention to (to) = letten op
  • practice run = oefengesprek
  • shake (to) - shook - shaken = (to) schudden
  • take an exam (to) = examen doen
  • weird = vreemd, raar