Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Frans Nederlands
  • il vaut mieux = je kunt beter
  • depuis = sinds
  • serré = strak
  • l’inverse (m) = het tegenovergestelde
  • récemment = onlangs
  • ne … que = slechts / alleen maar
  • la majorité = de meerderheid
  • d’ailleurs = trouwens
  • la gravité = de zwaartekracht
  • la pointure = de schoenmaat
  • s’initier à = zich vertrouwd maken met
  • lorsque = terwijl / als
  • autant que = (net) zo veel als / evenveel als
  • la semelle = de zool
  • franchement = eerlijk gezegd
  • aigu = scherp / spits
  • s’apercevoir = (be)merken
  • le soulier (fam.) = de schoen
  • en face = tegenover
  • le canard = de eend
  • l’équilibre (m) = het evenwicht
  • pourtant = toch
  • l’escarpin (m) = de pump (type schoen)
  • ressentir = voelen
  • miraculeux / miraculeusement = wonderbaarlijk
  • la soie = de zijde (stof)
  • ralentir = langzamer gaan / vaart minderen
  • donc = dus
  • la compagne = de (vrouwelijke) partner
  • le taureau = de stier
  • le cordonnier = de schoenmaker
  • le velcro = het klittenband
  • la tong = de teenslipper
  • branché = modern
  • la botte = de laars
  • usé = versleten
  • les pieds nus (m pl) = de blote voeten
  • la chaussette = de sok
  • le lacet = de veter
  • la fermeture éclair = de rits