Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Frans Nederlands
  • L'heure = De klok / Het uur
  • Quelle heure est-il? = hoe laat is het?
  • Il est trois heures moins le quart = Het is kwart voor drie
  • Il est trois heures et quart = Het is kwart over drie
  • Il est deux heures = Het is twee uur
  • Il est une heure = Het is een uur
  • Il est minuit = Het is twaalf uur 's nachts
  • Il est midi = Het is twaalf uur overdag
  • Il est huit heures et demie = Het is half negen
  • L'hiver = De winter
  • Le printemps = De lente
  • L'été = De zomer
  • L'automne = De herfst
  • Les jours de la semaine = De dagen van de week
  • Lundi = Maandag
  • Mardi = Dinsdag
  • Mercredi = Woensdag
  • Jeudi = Donderdag
  • Vendredi = Vrijdag
  • Samedi = Zaterdag
  • Dimanche = Zondag