- Engels Nederlands
- accomplishment = prestatie
-
Finishing this marathon is quite an accomplishment.
prestatie
- ad (advertisement) = advertentie
- AM = 's ochtends (0.00 tot 12.00 uur)
-
My alarm clock went of at 6 AM.
's ochtends (0.00 tot 12.00 uur)
- a review = een recensie
-
I read a review about the concert.
een recensie
- affect = aantasten
-
This will affect the whole community.
aantasten
- author = schrijver
-
The author of the book is very famous.
schrijver
- based on = gebaseerd op
-
He is not happy about it, based on this review.
gebaseerd op
- behaviour = gedrag
-
Our pet is showing some odd behaviour.
gedrag
- confidence = vertrouwen
-
We have the confidence to take on this challenge.
vertrouwen
- consider = overwegen
-
Can you please consider my proposal?
overwegen
- date = datum
-
On what date is the campaign going to start?
datum
- degrees = graden
-
It's freezing when it's 31 degrees Fahrenheit outside.
graden
- device = apparaat
-
This device will measure the speed of the wind.
apparaat
- demand = vraag naar
-
There is a high demand for skilled workers.
vraag naar
- effect = bijwerking
-
This medication might have an effect on your hearing.
bijwerking
- even = zelfs
-
They even asked me to leave, can you imagine?
zelfs
- except = behalve
-
He watched every episode except the last one.
behalve
- exercise = oefening / opdracht
-
They need to finish two more exercises.
oefening / opdracht
- foot = 30,48 centimeter (feet bij meervoud)
- inch = 2,54 centimeter
-
Cut 8 inches of ribbon to make a bow.
2,54 centimeter
- for example = bijvoorbeeld
-
She, for example, does not talk about politics.
bijvoorbeeld
- however = maar, echter
-
You may love travelling, however, I don't.
maar, echter
- images = afbeeldingen
-
These images aren't sharp, have you got any others?
afbeeldingen
- important = belangrijk
-
This is important, so please listen carefully.
belangrijk
- increase = toename
-
There was an increase of 25%.
toename
- message = boodschap
-
Did he leave a message?
boodschap
- meal = maaltijd
-
Do you eat three large meals a day?
maaltijd
- obvious = duidelijk
-
It's obvious they don't know what they are doing.
duidelijk
- ounce = 28 gram
-
Add four ounces of flour to the mixture.
28 gram
- outcome = uitslag
-
What was the outcome of yesterday's test?
uitslag
- pet = huisdier
-
I have three pets: two dogs and a rabbit.
huisdier
- PM = 's middags en 's avonds (12.00 tot 24.00 uur)
-
I went to bed at 9:30 PM.
's middags en 's avonds (12.00 tot 24.00 uur)
- probably = waarschijnlijk
-
She probably wants to talk to you.
waarschijnlijk
- question = vraag
-
Answer the question in Dutch.
vraag
- reduce = verminderen
-
To reduce pollution people need to change their behaviour.
verminderen
- researchers = onderzoekers
-
The researchers made a great discovery.
onderzoekers
- the alert = de waarschuwing
-
Don't ignore the alert on your phone.
de waarschuwing
- though = echter, maar
-
He likes to travel, though his wife does not.
echter, maar
- (to) add = toevoegen
- (to) attach = vast maken
- (to) be = zijn
- (to) check = controleren, bekijken
- (to) come = komen
- (to) decide = besluiten
- to do = doen
-
Find things to do near you.
doen
- to exercise = oefenen
-
We need to exercise the dance routine once more.
oefenen
- (to) expect = verwachten
- (to) experience = ervaren
- (to) feel = voelen
- (to) give = geven
- (to) go = gaan
- (to) have = hebben
- to impress = indruk maken
-
Are you trying to impress your teacher?
indruk maken
- (to) insist = er op staan, volhouden
- (to) know = weten
- (to) look at / (to) check = bekijken
- (to) make = maken
- (to) say = zeggen
- (to) see = zien
- (to) speak = spreken
- (to) stir = roeren
- (to) suffer = lijden
- to swallow = slikken
-
My sister needs to swallow a few large antibiotic pills to fight the infection.
slikken
- (to) take = nemen
- (to) tell = vertellen
- (to) think = denken
- (to) write = schrijven
- various = verschillende
-
There are various options to choose from.
verschillende
- yard = 0,9 meter
-
Can you give me two yards of fabric please?
0,9 meter
- writer = schrijver
-
What message does the writer give you?
schrijver