- Engels Nederlands
- date = datum
- drinks = drinken
- food = eten
- friend = vriend of vriendin
- invitation = uitnodiging
- location = locatie
- party = feestje
- prize = prijs
- theme = thema
- time = tijd
- (to) call = bellen
- (to) add = toevoegen
- be based on = gebaseerd zijn op
-
to be based on
gebaseerd zijn op
- come to = komen naar
-
to come to
komen naar
- (to) dance = dansen
- get the tips = tips krijgen
-
to get the tips
tips krijgen
- (to) help = helpen
- (to) invite = uitnodigen
- (to) organize = organiseren
- (to) wonder = zich afvragen
- a pity = jammer
- all = iedereen
- great = super, fantastisch
- disappointed = teleurgesteld
- film night = filmavond
- for example = bijvoorbeeld
- glad = blij
- next week = volgende week
- plenty of room = veel ruimte
- specific = specifiek
- the challenging part = het uitdagende deel
- you'll be glad = je zult blij zijn