Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • always = altijd
  • to visit = bezoeken
  • present = cadeau
  • party = feest
  • holiday = feestdag
  • congratulations = gefeliciteerd
  • usually = gewoonlijk
  • never = nooit
  • together = samen
  • to wish = wensen
  • Dearest Grandma, = Liefste oma,
  • Hi John, = Hoi John,
  • Dear Peggy, = Lieve Peggy,
  • Best wishes, = Met vriendelijke groet,
  • Love, = Liefs,
  • See you soon! = Tot snel!
  • All the best, = Het allerbeste,
  • I hope you have a great holiday. = Ik hoop dat je een leuke vakantie hebt.
  • Happy Birthday! = Fijne verjaardag!
  • Merry Christmas and a Happy New Year! = Vrolijk Kerstfeest en een Gelukkig Nieuwjaar!
  • Get well soon! = Beterschap!
  • How are things? = Hoe gaat het?
  • What are your plans? = Wat zijn jouw plannen?