ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
Malmberg
All right!
3e editie - 2020
VMBO-BK - Leerjaar 1
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 4.3
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
bread
=
brood
to bake
=
bakken
eggs
=
eieren
food
=
eten; voedsel
vegetables
=
groenten
cheese
=
kaas
lunch
=
lunch; middageten
breakfast
=
ontbijt
tomato
=
tomaat
meat
=
vlees
vegetarian
=
vegetarisch
dinner
=
avondeten; avondmaaltijd
How about something to eat?
=
Wil je wat eten?
How about something to drink?
=
Wil je wat drinken?
Here you are!
=
Alsjeblieft!
Can I get you anything else?
=
Is er iets anders dat je zou willen?
What soft drink would you like?
=
Welke frisdrank zou je willen?
Would you like sauce with that?
=
Zou je daar saus bij willen?
Yes, please.
=
Ja, graag.
I’ve had enough, thank you.
=
Nee, bedankt, ik heb genoeg gehad.
I’d like a coke, please.
=
Ik zou graag cola willen, alsjeblieft.
That would be great!
=
Dat zou geweldig zijn.
No thanks, I’m not hungry.
=
Nee, bedankt, ik heb geen honger.
No thanks, I’m not thirsty.
=
Nee, bedankt, ik heb geen dorst.
Could you speak more slowly?
=
Kun je wat langzamer praten?
Could you repeat that, please?
=
Zou je dat kunnen herhalen, alsjeblieft?
I’m sorry, what did you say?
=
Sorry, wat zei je?
Pardon? / Pardon me?
=
Pardon?
I don’t understand what you’re saying.
=
Ik begrijp niet wat je zegt.