ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
Malmberg
All right!
3e editie - 2020
VWO - Leerjaar 1
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 5.5
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
doctor
=
dokter
dizzy
=
duizelig
broken
=
gebroken
to heal
=
genezen
to get hurt
=
gewond raken
flu
=
griep
to cough
=
hoesten
fever
=
koorts
medicine
=
medicijn
sticking plaster
=
pleister
bandage
=
verband
to catch a cold
=
verkouden worden
nurse
=
verpleegkundige
wound
=
wond
to injure
=
verwonden
illness
=
ziekte
What happened? – I injured my arm pretty badly.
=
Wat is er gebeurd? – Ik heb mijn arm flink bezeerd.
I broke my left arm.
=
Ik heb mijn linkerarm gebroken.
I bruised my left arm.
=
Ik heb mijn linkerarm gekneusd.
Did you see a doctor?
=
Ben je naar de dokter geweest?
I went to hospital.
=
Ik ben naar het ziekenhuis gegaan.
My dad broke his ankle at work a couple of years ago.
=
Mijn vader heeft een paar jaar geleden zijn enkel gebroken op zijn werk.
The doctor thinks it will be six to eight weeks.
=
De dokter denkt dat het zes tot acht weken duurt.
How do you feel otherwise?
=
Hoe voel je je verder?
I’ve got a black eye and a terrible headache.
=
Ik heb een blauw oog en een vreselijke hoofdpijn.
I think I’ve got a fever.
=
Ik denk dat ik koorts heb.
It happened during football.
=
Het is tijdens het voetballen gebeurd.