ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
Malmberg
All right!
3e editie - 2020
HAVO/VWO - Leerjaar 2
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 5.5
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
to report a crime
=
aangifte doen
to arrest
=
arresteren
to rob
=
beroven
fine
=
boete
criminal
=
crimineel
thief
=
dief
theft
=
diefstal
prison; jail
=
gevangenis
to stay safe
=
in veiligheid blijven
burglary
=
inbraak
to break in(to)
=
inbreken
burglar
=
inbreker
murder
=
moord
to escape
=
ontsnappen
robbery
=
overval
to attempt
=
pogen
to steal
=
stelen
valuables
=
waardevolle spullen
weapon
=
wapen
shoplifting
=
winkeldiefstal
to pickpocket
=
zakkenrollen
to be aware of
=
(zich) bewust zijn van
We couldn’t believe our eyes when we got there.
=
We konden onze ogen niet geloven toen we aankwamen.
Fortunately, the car had an auto-lock system.
=
Gelukkig had de auto een automatisch slot.
Thank goodness he didn’t break a window to get away.
=
Godzijdank heeft hij geen raam stukgeslagen om te ontsnappen.
I was really relieved when the police arrived.
=
Ik was erg opgelucht toen de politie arriveerde.
I realised I was lucky that my bag was still in the car.
=
Ik realiseerde me dat ik geluk had dat mijn tas nog in de auto lag.
It was such a relief to see all my belongings were still there.
=
Het was zo’n opluchting dat mijn eigendommen er nog waren.