Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • to cancel = afzeggen
  • balloon = ballon
  • magical = betoverend
  • wedding = bruiloft
  • to have a party = een feestje geven
  • guest = gast
  • to perform = optreden
  • to book = reserveren
  • sleepover = slaapfeest
  • theme = thema
  • wish list = verlanglijst(je)
  • surprise party = verrassingsfeest
  • to decorate = versieren
  • I hope to see you at my party on August 6. = Ik hoop je te zien op mijn feest op 6 augustus.
  • I’m throwing my going away party at the beach. = Ik hou mijn afscheidsfeestje op het strand.
  • Can you come to my graduation party next Saturday? = Kun je aanstaande zaterdag naar mijn examenfeest komen?
  • Sorry, I have to postpone my housewarming party. = Sorry, ik moet mijn housewarming uitstellen.
  • You’re coming to Steve’s party with me, aren’t you? = Je gaat met me mee naar Steve’s feest, nietwaar?
  • Can you all bring some snacks? = Kunnen jullie allemaal wat lekkers meenemen?
  • I need everyone to be there at 8 a.m. tomorrow. = Ik wil graag dat iedereen er om 8 uur is morgen.