Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • to take notes = aantekeningen maken
  • absent = afwezig
  • essay = artikel, opstel
  • turn = beurt
  • mark = cijfer
  • to focus on = zich concentreren op
  • degree = diploma (hbo, universiteit)
  • pencil case = etui
  • exam = examen
  • handwriting = handschrift
  • to hand in = inleveren
  • pupil = leerling
  • to teach = leren; onderwijzen
  • timetable = lesrooster
  • to be into = leuk vinden
  • ruler = liniaal
  • lazy = lui
  • notice = mededeling
  • to solve = oplossen
  • school report = rapport
  • to cheat = spieken
  • stern = streng
  • task = taak
  • to count = tellen
  • test = toets
  • to correct = verbeteren
  • to fail = zakken (voor); ergens niet in slagen