Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • interior = binnenkant
  • outdoor = buiten(shuis)
  • exterior = buitenkant
  • to take put the rubbish out = het afval buiten zetten
  • to rent = huren
  • to furnish = inrichten
  • resident = inwoner
  • to drop by = langskomen
  • furniture = meubels
  • urge = neiging
  • to hang up = ophangen
  • to clear up = opruimen
  • to clean up = schoonmaken; opruimen
  • shed = schuurtje
  • in fact = sterker nog
  • staircase = trap
  • to sweep = vegen
  • windowsill = vensterbank
  • to let = verhuren
  • attic = zolder
  • I don’t think we’ve met, I’m Sharon. = Volgens mij hebben we elkaar nog niet ontmoet, ik ben Sharon.
  • Tell me a little bit about yourself. = Vertel me eens wat over jezelf.
  • Have you met anyone else yet? = Heb je al een van de anderen ontmoet?
  • Have you heard about the festival? = Heb je over het festival gehoord?
  • What have you been up to? = Wat heb jij de laatste tijd gedaan?
  • What do you think of this weather? = Wat vind je van het weer?
  • You work at the restaurant down the road, don’t you? = Je werkt in het restaurant verderop in de straat, toch?
  • She lives in that small house just around the corner. = Ze woont in dat kleine huisje hier om de hoek.
  • The festival is right on our doorstep. = Het festival is hier vlak voor de deur.
  • There’s all kinds of buzz within walking distance. = Er is een hoop gezelligheid op loopafstand.
  • It’s a ten-minute drive from here. = Het is tien minuten rijden vanaf hier.
  • His house is in the vicinity of the shopping centre. = Zijn huis ligt in de buurt van het winkelcentrum.
  • I’m fairly certain that I’ve seen you before. = Ik weet vrij zeker dat ik je eerder gezien heb.
  • If I recall correctly, her name was Mrs Kamais. = Als ik het me goed herinner heette ze mevrouw Kamais.
  • Chances are he’s worked there for years. = Grote kans dat hij daar al jarenlang werkt.
  • There’s not much chance she still lives there. = Er is weinig kans dat ze daar nog steeds woont.
  • I’d say that it’s about a mile that way. = Volgens mij is het ongeveer een mijl die kant op.
  • As far as I know, he lives with his mother. = Voor zover ik weet, woont hij bij zijn moeder.
  • You spend a lot of time working on hobby projects there, don’t you? = Je werkt daar veel aan hobbyprojecten, of niet?
  • I can’t seem to stop making a mess. = Het lukt me maar niet om te stoppen met rotzooi maken.
  • I tend to resort to fast food much too easily. = Ik heb de neiging om veel te makkelijk naar fastfood te grijpen.
  • I would always eat fast food after work. = Ik at altijd fastfood na het werk.
  • I really needed to break that habit. = Ik moest echt breken met die gewoonte.
  • Now you can keep reminding me of my resolution! = Nu kan je me blijven herinneren aan mijn voornemen!