Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • athletics = atletiek
  • awesome = geweldig
  • chess = schaken
  • exciting = opwindend
  • free time = vrije tijd
  • gymnastics = gymnastiek
  • indoors = binnenshuis
  • interesting = interessant
  • match = wedstrijd
  • once = één keer
  • opponent = tegenstander
  • outdoors = buitenshuis
  • running = hardlopen, rennen
  • skateboarding = skateboarden
  • skill = behendigheid
  • spare time = tijd die je over hebt
  • sports hall = sporthal
  • talented = getalenteerd
  • three times = drie keer
  • twice = twee keer
  • to fancy = ergens zin in hebben
  • to hang out = chillen, omgaan met
  • to practise = oefenen
  • to prefer = de voorkeur geven aan
  • to spend time = tijd besteden
  • to visit = bezoeken
  • Do you fancy ... ? = Heb je zin in/om ... ?
  • How about ... ? = Zullen we ... ? / Wat denk je van ... ?
  • I enjoy going to ... = Ik hou ervan om te gaan ...
  • I like watching ... = Ik kijk graag naar ...
  • conditions = omstandigheden
  • human body = menselijk lichaam
  • impossible = onmogelijk
  • possible = mogelijk