Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • spouse = echtgenoot / echtgenote
  • bond = band (tussen twee mensen)
  • twin spirit = wederhelft
  • stranger = vreemdeling
  • acquaintance = kennis (persoon)
  • right away = meteen
  • have in common = gemeen hebben