Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • Could you tell me where the toilet is? = Kunt u me vertellen waar het toilet is?
  • I have booked tickets. = Ik heb kaartjes gereserveerd.
  • I have enjoyed myself. = Ik heb genoten.
  • I think it was boring. = Ik vond het saai.
  • I want to give a party. = Ik wil een feest geven.
  • I won't be long. = Ik ben zo terug.
  • I'm sorry but I can't come. = Het spijt me maar ik kan niet komen.
  • It was nice meeting you. = Leuk je ontmoet te hebben.
  • Let's hire a DVD. = Laten we een dvd huren.
  • See you on Saturday. = Tot zaterdag.
  • Thank you very much. = Hartelijk bedankt.
  • The tickets were sold out. = De kaartjes waren uitverkocht.
  • What time does the film start? = Hoe laat begint de film?
  • Would you like to come to my party? = Vind je het leuk om naar mijn feestje te komen?
  • Would you like to join us? = Heb je zin om mee te gaan?