Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • I like to go out with my friends. = Ik ga graag uit met mijn vrienden.
  • We like to go to the cinema. = We gaan graag naar de bioscoop.
  • I play hockey twice a week. = Ik speel twee keer per week hockey.
  • I attend dancing classes on Tuesday = Op dinsdag ga ik naar dansles.
  • On Saturday I have football matches. = Op zaterdag heb ik voetbalwedstrijden.
  • She is into horses. = Ze is gek op paarden.
  • Kim Lee loves travelling. = Kim Lee houdt van reizen.
  • He would like to visit Great Britain someday. = Hij zou ooit graag Groot-Brittannië willen bezoeken.
  • In his free time, he loves gaming and playing football. = In zijn vrije tijd houdt hij van gamen en voetballen.
  • Pietro loves being outside. = Pietro houdt ervan om buiten te zijn.
  • He is especially fascinated by insects. = Hij is vooral gefascineerd door insecten.
  • He is looking for someone who shares his interest in biology. = Hij is op zoek naar iemand die zijn interesse in biologie deelt.
  • My other hobbies are biking and skateboarding. = Mijn andere hobby's zijn fietsen en skateboarden.
  • Helga is looking for a pen pal who can tell her more about healthy food. = Helga is op zoek naar een penvriend die haar meer kan vertellen over gezond eten.
  • She loves riding her horse. = Ze rijdt graag op haar paard.
  • They like to exchange ideas. = Ze houden ervan om gedachten uit te wisselen.
  • Alessandro repairs all sorts of things for other people. = Alessandro repareert allerlei dingen voor andere mensen.
  • At the weekend he drives races. = In het weekend rijdt hij races.
  • His ideal pen pal is someone who is also keen on racing. = Zijn ideale penvriend is iemand die ook gek is op racen.
  • Mary likes playing the piano. = Mary houdt van piano spelen.