Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • (to) travel = reizen
  • busstop = bushalte
  • (to) reserve = reserveren
  • queue = rij
  • underground = ondergrondse
  • to = naar
  • from = van, uit
  • connection = verbinding
  • (to) run (ran - run) = rennen
  • due = verwacht
  • compartment = coupé
  • plane = vliegtuig
  • (to) check in = inchecken
  • announcement = omroepbericht
  • boat = boot
  • We used the boat for our fishing trip.

    We gebruikten de boot voor onze vistrip.

  • port = haven, havenstad
  • ferry = veerboot
  • by car = met de auto
  • on the way to / on the road to = op weg naar
  • via = via
  • (to) drive (car, bus) = rijden
  • rijden van auto, bus

  • lorry (BrE) = vrachtwagen (BrE)
  • bicycle = fiets
  • (to) ride = rijden (van fiets, paard)
  • truck (AmE) = vrachtwagen (AmE)