Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • change = wisselgeld
  • (to) show = laten zien
  • My little brother ran down the street (to) show his father the frog he found.

    Mijn kleine broertje rende door de straat, om zijn vader de kikker, die hij had gevonden, te laten zien.

  • (to) change = wisselen
  • underwear = ondergoed
  • department store = warenhuis
  • (to) sell = verkopen
  • expensive = duur
  • chemist = apotheker
  • toys = speelgoed
  • (to) wear = dragen van kleding
  • bag = tas
  • free = gratis
  • receipt = kassabon
  • complaint = klacht
  • size = maat
  • counter = toonbank
  • special offer = speciale aanbieding
  • (to) serve = bedienen
  • (to) match = bij elkaar passen
  • large = groot
  • tight = strak
  • loose = wijd
  • bargain = koopje
  • second-hand = tweedehands
  • purse (AmE) = portemonnee (AmE)