Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • final examination = eindexamen
  • term = trimester
  • report = rapport
  • to fail = zakken voor
  • to pass = slagen voor
  • certificate = diploma
  • mark = cijfer
  • mark / grade

    cijfer

  • pass = voldoende
  • fail = onvoldoende
  • average = gemiddeld
  • With an average load of 40 megatons each.

    gemiddeld

  • to expect = verwachten
  • expectation = verwachting
  • actually = eigenlijk
  • How do cameras actually work?

    eigenlijk

  • rather = nogal, vrij
  • pretty / rather

    nogal, vrij

  • pretty = nogal, vrij
  • pretty / rather

    nogal, vrij

  • unless = tenzij
  • Say goodbye to my customers, unless...

    Zeg dag tegen mijn klanten, tenzij...

  • to satisfy = tevreden stellen
  • satisfactory = bevredigend
  • Everything satisfactory, Baxter?

    bevredigend

  • course = cursus
  • A higher fee does not necessarily mean a better course.

    Een hoger schoolgeld betekent niet noodzakelijkerwijs een betere cursus.

  • to complete = afmaken
  • written exam = schriftelijk examen
  • oral exam = mondeling examen
  • anything but = alles behalve
  • delight = vreugde
  • joy / delight

    vreugde

  • joy = vreugde
  • joy / delight

    vreugde

  • delighted = erg blij
  • delightful = heerlijk
  • satisfaction = tevredenheid
  • fairly = vrij, nogal
  • apparently = blijkbaar
  • ...led by three women, apparently.

    ...blijkbaar onder leiding van drie vrouwen.

  • obviously = blijkbaar