Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • back = rug
  • confident = zelfverzekerd
  • dangerous = gevaarlijk
  • dirty = vies
  • dive = duiken
  • health = gezondheid
  • lose = verliezen
  • noise = lawaai
  • pool / swimming pool = zwembad
  • all ages = alle leeftijden
  • chef = kok
  • design = ontwerpen
  • dry = droog
  • during = tijdens / gedurende
  • exactly = precies
  • kitchen = keuken
  • leave = verlaten / weggaan
  • on the left / left = links
  • on the right / right = rechts
  • bridge = brug
  • coast = kust
  • crossroads = kruispunt / kruising
  • difficult = moeilijk
  • directions = routebeschrijving
  • east = oosten / oost
  • lazy = lui
  • north = noorden / noord
  • offer = aanbieden / bieden
  • afternoon = middag
  • car park = parkeerplaats / parkeerterrein
  • facilities = voorzieningen
  • first aid = ehbo / eerste hulp
  • for hire = te huur
  • get up = opstaan
  • guest = gast
  • hug = omhelzing
  • kiss = kus
  • opposite = tegenover
  • pass = pas / kaartje
  • roundabout = rotonde
  • rule = regel / maatregel
  • safety = veiligheid
  • screen = scherm / beeldscherm
  • sick = misselijk
  • south = zuiden / zuid
  • sunny = zonnig
  • sweet = snoep / snoepje
  • take place = plaatsvinden
  • teenager / teen = tiener
  • text = sms'en / sms sturen
  • theme park = attractiepark
  • together = samen
  • toy = speelgoed
  • unknown = onbekend
  • walk = wandeling
  • weather = weer / het weer
  • west = westen / west
  • wet = nat
  • wood = bos
  • foreign = buitenlands