Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • basket = mand
  • bumpy = ruw
  • departure = vertrek
  • display = vertoning
  • edge = rand
  • feature = uitgezonden worden / vertoond worden
  • float = drijven
  • located = gevestigd
  • platform = platform
  • qualified = bevoegd
  • territory = gebied
  • unpredictable = onvoorspelbaar
  • adult = volwassene
  • basic skills = basisvaardigheden
  • bent = gebogen
  • champion = kampioen
  • control = onder controle houden
  • equipment = materiaal / uitrusting
  • front = voorste
  • full-sized = grote maat
  • helmet = helm
  • improve = verbeteren
  • instructor = leraar
  • uphill = naar boven / heuvel op
  • water-resistant = waterdicht
  • duration = duur / lengte
  • fully = volledig
  • guardian = voogd
  • insurance = verzekering
  • life jacket = zwemvest / reddingsvest
  • loose = los / losjes
  • signature = handtekening
  • statistics = statistieken / cijfers
  • strictly = heel streng / ten strengste
  • suffer = oplopen
  • terrifying = angstaanjagend
  • bouldering = rotswandklimmen
  • have a lucky escape = met de schrik vrijkomen
  • level = niveau
  • manage = slagen in / slagen
  • might = zou kunnen
  • slippery = glad
  • support = ondersteunen
  • tough = lastig / moeilijk
  • turn to = naar ... draaien
  • unfortunately = helaas
  • You're kidding = Je maakt een grapje