Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • blanket = deken
  • candle = kaars
  • glove = handschoen
  • heating = verwarming
  • hot water bottle = kruik
  • match = lucifer
  • scarf = das / sjaal
  • torch = zaklamp
  • affect = treffen
  • avoid = ontwijken
  • disease = ziekte
  • erupt = uitbarsten
  • eventually = uiteindelijk
  • ill = ziek
  • touch = aanraken
  • volcano = vulkaan
  • cover = bedekken
  • desk = bureau
  • duck = bukken
  • lean = leunen
  • pull over = aan de kant gaan
  • shaking = het schudden / schudden
  • shelf (shelves) / shelf = plank
  • disaster = ramp
  • donate = geld schenken
  • donation = donatie / schenking
  • healthy = gezond
  • oil spill = olielek
  • pollution = vervuiling
  • stick to = kleven aan
  • break up = afbreken
  • charity = goed doel
  • danger = gevaar
  • environment = milieu
  • fight against = strijden tegen
  • fortune = vermogen / fortuin
  • guarantee = garanderen
  • kill = doden
  • rescue = redden
  • victim = slachtoffer