ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
Malmberg
Realtime
3h
3h-H3-NE
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
detect
=
opsporen / bemerken
poisonous
=
giftig
touch
=
tastzin / aanraken
rash
=
huiduitslag
prevent
=
voorkomen / tegenhouden
seal
=
zeehond
dolphin
=
dolfijn
jellyfish
=
kwal
shark
=
haai
shell
=
schelp
exit
=
verlaten / uitgang
odour
=
geur
dirt
=
vuil
hiss
=
sissen
assess
=
inschatten / schatten
poisoning
=
vergiftiging
flu
=
griep
headache
=
hoofdpijn
dizziness
=
duizeligheid
nausea
=
misselijkheid
consciousness
=
bewustzijn
relatives
=
familie / familieleden
lie
=
liegen / leugen
foolish / ridiculous
=
belachelijk
judgment / judgement
=
oordeel
right-handed
=
rechtshandig
construct
=
creëren / maken
remember / recall
=
herinneren
by the way / BTW
=
trouwens
driving lesson
=
rijles
driving instructor
=
rij-instructeur
blind spot
=
dode hoek / blinde vlek
convince
=
overtuigen
challenge
=
uitdagen
notice
=
merken
vase
=
vaas
dish
=
gerecht
chef / cook
=
kok
vegetarian
=
vegetariër / vegetarisch
cook
=
eten bereiden
waiter
=
ober
deliver
=
leveren / afleveren / bezorgen
wholemeal
=
volkoren
loaf of bread
=
brood
complaint
=
klacht
smooth
=
glad
lump
=
klont
fresh
=
vers
raw
=
rauw / ongekookt
crisp
=
krokant / knapperig
greasy
=
vettig / vet
habit
=
gewoonte
survey
=
onderzoek / enquête / onderzoeken / ondervragen
chew
=
kauwen
bite
=
hap
addicted
=
verslaafd
argue
=
debatteren / twisten
deal with
=
omgaan met
throat
=
keel
powder
=
poeder
tongue
=
tong
off
=
bedorven / zuur
resistance
=
weerstand
earpiece / earbud
=
oordopje (om te luisteren) / oordopje
hearing loss
=
gehoorbeschadiging
speech
=
spraak
headphones / earphones
=
koptelefoon
director
=
hoofd / directeur
level / volume
=
geluidssterkte
damage / harm
=
beschadigen
earplug
=
oordopje (om geluid te dempen) / oordopje
saw
=
zaag
increase
=
toenemen
about
=
ongeveer
device
=
apparaat
excuse yourself
=
zich verontschuldigen
keep in touch with
=
in contact blijven met
interrupt
=
onderbreken