ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
Malmberg
Realtime
3v
3v-H7-NE
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
human rights
=
mensenrechten
human being
=
mens
apply to
=
van toepassing zijn op
cooperation
=
samenwerking
found
=
oprichten
liberty
=
vrijheid
equality
=
gelijkheid
foundation
=
basis
truly
=
echt
poetry
=
poëzie
literature
=
literatuur
seldom
=
zelden
rage
=
woede
peer
=
gelijke
volunteer
=
vrijwilliger
generally
=
gewoonlijk
smooth
=
soepel
wander
=
ronddwalen / rondslenteren
shoplift
=
winkeldiefstal plegen
law
=
wet
reject
=
afwijzen
psychologist
=
psycholoog
give in to / give in to - gave in to - given in to
=
toegeven aan
fit in
=
ergens bij horen
core
=
kern
random
=
willekeurig
dye
=
verven (bv. haar) / verven
cemetery
=
begraafplaats
brain
=
hersenen
advertising
=
reclame
consumer
=
consument
purchase
=
aankoop / kopen
decision
=
besluit
data
=
gegevens
extend to
=
reiken tot
preference
=
voorkeur
exert influence
=
invloed uitoefenen
equal
=
gelijk / hetzelfde
slightly
=
een beetje / lichtjes
expand
=
uitbreiden
advertisement / ad
=
advertentie
commercial
=
reclame (op tv of radio) / reclame
technique
=
techniek
well-known
=
bekend
approach
=
aanpak / benadering
intent
=
bedoeling / intentie
tasty
=
smakelijk
sausage
=
worst
herb
=
kruid
crunchy
=
knapperig
blanket
=
deken
luxurious
=
luxe
sleeve
=
mouw
available
=
beschikbaar
survey
=
enquête
set yourself a goal
=
jezelf een doel stellen
stick to
=
erbij blijven
supportive
=
ondersteunend
willpower
=
wilskracht
get motivated
=
gemotiveerd raken
quit
=
opgeven / stoppen met
optimistic
=
optimistisch
enrol on (a course) / enrol on
=
zich inschrijven voor (cursus, studie) / zich inschrijven voor
wealthy
=
rijk / welgesteld
be prepared to
=
bereid zijn om
especially
=
vooral
work experience
=
stage / werkervaring
chemistry
=
scheikunde
ultimate
=
ultiem
Medicine
=
medicijnen (studie) / medicijnen
photographer
=
fotograaf
graduate
=
afstuderen / diploma behalen
college degree
=
diploma van een hogere onderwijsinstelling