ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
Malmberg
Realtime
4gt
4gt-H3-NE
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
assemble
=
monteren / in elkaar zetten
screwdriver
=
schroevendraaier
remove
=
verwijderen
handlebar
=
stuur
bolt
=
bout
unscrew
=
losschroeven
nut
=
moer
pedal
=
trapper
saddle
=
zadel
seat
=
zitting / zitplaats
wardrobe
=
kledingkast
rug
=
kleed
count
=
tellen
peg
=
pin
nail
=
spijker
drill
=
boor
lift
=
optillen
height
=
lengte
raw
=
ruw
thread
=
draad
inflate
=
oppompen / opblazen
honey
=
honing
hive
=
bijenkorf
bee
=
bij
beekeeper
=
imker
sting
=
steken
shave
=
scheren
jar
=
pot / fles
core
=
kern
strict
=
precies
chunk
=
stuk
random
=
willekeurig
field trip
=
excursie
skeleton
=
skelet
muscle
=
spier
shape
=
vorm
spine
=
ruggengraat
skull
=
schedel
rib cage
=
ribbenkast / de ribben
heart
=
hart
lung
=
long
pelvis
=
bekken
thigh
=
dij
sore
=
pijnlijk
heart beat
=
hartslag
exercise
=
sporten / trainen
chest
=
borst(kas)
tube
=
buis(je) / pijp
tough
=
taai / sterk
eyelid
=
ooglid
quality
=
kwaliteit
glad
=
blij
profit
=
winst
leaflet
=
folder
in the meantime
=
ondertussen
sew
=
naaien
border
=
grens
treat
=
behandelen
fire
=
ontslaan
pointer
=
tip / aanwijzing
beforehand
=
van tevoren