Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • all over the world = de hele wereld
  • angry = boos
  • annoying = vervelend
  • at the same time = tegelijkertijd
  • easily = makkelijk
  • happy = tevreden
  • interested = geïnteresseerd
  • negative = negatief
  • one day = op een dag
  • positive = positief
  • previous = vorige
  • stressful = stressvol
  • the advice = het advies
  • the bill = de rekening
  • the company = het bedrijf
  • the example = het voorbeeld
  • the job interview = het sollicitatiegesprek
  • the medicine = het medicijn
  • the order = de bestelling
  • the pay = het salaris
  • the prescription = het recept
  • the situation = de situatie
  • the work experience = de werkervaring
  • to answer = beantwoorden
  • to be good at = goed zijn in
  • to give = geven
  • to go wrong = misgaan
  • to pack = verpakken
  • to prepare = bereiden
  • to print out = uitprinten
  • to sell = verkopen
  • to solve = oplossen
  • to teach = lesgeven
  • usually = meestal