ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Frans
De Uitgeversgroep
Frans op A2-niveau
A2 - Deel Vrijetijdssector - 1e editie
FRA 1, Hoofdstuk 10
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Frans
Nederlands
derrière
=
achter
le rendez-vous
=
de afspraak
l’établissement
=
het bedrijf
au rez-de-chaussée
=
op de begane grond
descendre
=
naar beneden gaan, uitstappen
monter
=
naar boven gaan, instappen
presque
=
bijna
un pont
=
een brug
dans le voisinage
=
in de buurt
à proximité de
=
in de buurt, nabijheid van
proche de
=
dichtbij
un bâtiment, un édifice
=
een gebouw
l’arrêt
=
de (bus)halte
l’entrée principale
=
de hoofdingang
aménagé
=
ingericht
le quaie
=
de kade, perron
un château
=
een kasteel
connaître
=
kennen
une église
=
een kerk
passer devant
=
langs lopen
montrer
=
laten zien
attention!
=
let op!
facile
=
makkelijk
difficile
=
moeilijk
encore une fois
=
nogmaals
immédiatement
=
onmiddellijk, direct
la place
=
het plein
la direction
=
de richting
l’hôtel de ville
=
het stadhuis
la rue
=
de straat
équipé de
=
uitgerust met
déboucher
=
uitkomen op
loin
=
ver
suivre
=
volgen
devant
=
voor
le chemin
=
de weg
savoir
=
weten