Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Frans Nederlands
  • recommander = aanbevelen
  • comptoir, le = balie, de
  • disponible = beschikbaar
  • commander, ordonner = bestellen
  • destination, la = bestemming, de
  • confortable = comfortabel
  • patrimoine culturel, le = cultureel erfgoed, het
  • correspondance, la = doorverbinding, de
  • billet électronique, le = e-ticket, het
  • aller-simple, un = enkeltje
  • côté couloir = gangpadzijde
  • sortie / porte, la = gate
  • en cours de validité = geldig
  • profiter de = genieten van
  • dangereux = gevaarlijk
  • attraper = halen (van een trein bv)
  • provenance = herkomst, komend uit
  • l’enregistrement = incheck, de
  • s’enregistrer = inchecken
  • se renseigner = inlichtingen vragen
  • carte d’embarquement, la = instapkaart, de
  • atterrissage, un = landing, een
  • compagnie aérienne, la = luchtvaartmaatschappij, de
  • médicament, le = medicijn, het
  • nécessaire = nodig
  • annonce, une = omroepbericht, een
  • inquiet = ongerust
  • également = ook, tevens
  • mondialement = over de hele wereld
  • nuitée, la = overnachting, de
  • sur demande = op aanvraag
  • à l’heure = op tijd
  • endroit, un = plaats, omgeving, de
  • consulter = raadplegen
  • côté fenêtre = raamzijde
  • aller-retour, un = retourtje, een
  • riche = rijk
  • risque, le = risico, het
  • siège, le = stoel, de
  • horaire, l` = tijdstip, het
  • indispensable = vereist, nodig
  • obtenir = verkrijgen
  • obligatoire = verplicht
  • retard, le = vertraging, de
  • avion, un = vliegtuig, het
  • bénéficier = voordeel hebben
  • principalement = voornamelijk
  • rarement = zelden