Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Frans Nederlands
  • la bonne cause = het goede doel
  • par = door / per / door, per
  • le studio = de studio
  • le projet = het plan
  • le tour = de ronde
  • le coureur = de renner
  • professionnel = professioneel / beroeps / professioneel, beroeps
  • l’amateur = de liefhebber
  • le cyclisme = het wielrennen
  • suivre = volgen
  • officiel = officieel
  • le total = het totaal / het geheel / het totaal, het geheel
  • l’arrivée = de aankomst / de finish / de aankomst, de finish
  • naturellement = natuurlijk
  • la médaille = de medaille
  • chaque = iedere
  • la fondation = de stichting
  • lutter = vechten
  • le cancer = de kanker
  • l’organisateur = de organisator
  • faire du vélo = fietsen
  • jouer au foot = voetballen
  • jouer au basket = basketballen
  • pourtant = toch
  • en effet = inderdaad
  • quelqu’un = iemand
  • remercier = bedanken