Compañeros deel 1

Woordenlijsten Compañeros deel 1

Hier vind je de woordenlijsten van Compañeros deel 1 van Intertaal.

Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Spaans Nederlands
  • el brazo = de arm
  • el pecho = de borst
  • el estómago = de buik / de maag
  • el dedo = de vinger
  • la pierna = het been
  • el cuello = de nek / de hals
  • la espalda = de rug
  • el pelo = het haar
  • la boca = de mond
  • la oreja = het oor
  • la cara = het gezicht
  • la nariz = de neus
  • el labio = de lip
  • el diente = de tand
  • la muela = de kies
  • el cuerpo = het lichaam
  • el final = het einde
  • el adulto = de volwassene
  • el monstruo = het monster
  • enorme = enorm
  • la práctica = het beoefenen
  • el surf = het surfen
  • la altura = de hoogte
  • la ola = de golf
  • magnífico = prachtig
  • el surfista = de surfer
  • deslizarse = glijden
  • la tabla = de plank
  • medir = lang zijn / meten
  • pesar = wegen
  • atado = vastgebonden
  • la correa = de riem
  • así = zo
  • caerse = vallen
  • perder = verliezen
  • practicar surf = surfen
  • practicar = beoefenen
  • corto = kort
  • rubio = blond
  • castaño = bruin
  • las gafas de sol = de zonnebril
  • las gafas = de bril
  • el sol = de zon
  • negro = zwart
  • rizado = krullend-