- Spaans Nederlands
- ya = al
- todavía no = nog niet
- abierto = geopend
- dicho = gezegd
- escrito = geschreven
- hecho = gedaan / gemaakt
- puesto = gezet
- roto = gebroken
- visto = gezien
- gustar = leuk vinden
- el mar Mediterráneo = de Middellandse Zee
- preparar = klaarmaken
- gordo = dik
- hambriento = hongerig
- la música clásica = de klassieke muziek
- la tortilla de patatas = de aardappelomelet
- el aeróbic = de aerobics
- integral = volkoren
- la natación sincronizada = het synchroonzwemmen
- las Olimpiadas = de Olympische Spelen
- el abrebotellas = de flesopener
- el abrelatas = de blikopener
- el cazamariposas = het vlindernetje
- el cortauñas = de nagelknipper
- el limpiacristales = de raamwisser
- el quitamanchas = het vlekkenmiddel
- el sacacorchos = de kurkentrekker
- el salvavidas = de reddingsboei
- la ventanilla = het raampje