ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Frans
De Uitgeversgroep
FRA 0 op A1-niveau/ FRA A1
A1 - Deel Vrijetijdssector - 1e editie
FRA 0, hoofdstuk 6
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Frans
Nederlands
où est ………...
=
naar de weg vragen (1)
pouvez-vous me dire où est
=
naar de weg vragen (2)
savez-vous où… est
=
naar de weg vragen (3)
où est-ce que je trouve…
=
naar de weg vragen (4)
où se trouve ........
=
naar de weg vragen (5)
demander le chemin
=
de weg vragen
indiquer le chemin
=
de weg wijzen
tourner à gauche
=
links afslaan
(toujours) tout droit
=
(steeds) rechtdoor
à gauche
=
links, links af
à droite
=
rechts, rechts af
la première rue à droite
=
de 1e rechts
la deuxième rue à droite
=
de 2e straat rechts
de l’autre côté
=
aan de andere kant
au feu
=
bij de verkeerslichten
au coin de la rue
=
op de hoek van de straat
là-bas
=
daarginds
ensuite
=
daarna/vervolgens/dan / vervolgens
le point de départ
=
het beginpunt
au rond point
=
bij de rotonde
la sortie
=
de afslag/de afrit
le panneau
=
het verkeersbord
le carrefour
=
het kruispunt
la flèche
=
de pijl
vous traversez la rue ici.
=
u steekt hier de straat over.
vous passez devant la gare.
=
u gaat / loopt langs het station.
vous allez à la station du métro.
=
u loopt naar het metrostation.
vous passez devant l’église.
=
u gaat / loopt langs de kerk.
prendre le bus
=
de bus nemen
prendre le train
=
de trein nemen
prendre le TGV
=
de HSL nemen
le boulanger / la boulangerie
=
de bakker / de bakkerij
le pâtissier / la pâtisserie
=
de banketbakker / de banketbakkerij
le boucher / la boucherie
=
de slager / de slagerij
le salon de thé
=
de lunchroom
la station service
=
het benzinestation
le bureau de poste
=
het postkantoor
le parc d’attractions
=
het pretpark
dans la direction (de)
=
in de richting van
indiqué
=
aangegeven
tout près de
=
dichtbij
visiter
=
bezoeken
bon séjour
=
fijn verblijf
devoir
=
moeten
pendant
=
gedurende
les heures d’ouverture
=
openingstijden, de
le parking
=
parkeerplaats, de
rapide
=
snel
suivre
=
volgen
demander
=
vragen
dire
=
zeggen