Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Frans Nederlands
  • accueille = ontvangt
  • l’aller = de heenreis
  • la basse température = de lage temperatuur
  • le bulletin d’inscription = het aanmeldingsformulier
  • la carte de crédit = de credit card
  • le chef = de leidinggevende/de baas
  • circule = rijdt
  • les clients = de gasten/klanten
  • contrôle = controleert
  • le danger = het gevaar
  • le dessert = het toetje
  • emmène = neemt mee
  • l’entrée = het voorgerecht
  • entrer = binnenkomen
  • les matières inflammables = de brandbare stoffen
  • les matières toxiques = de giftige stoffen
  • le mini-bar = de mini-bar
  • obligatoire = verplicht
  • particularité = bijzonderheid
  • passer la communication = doorverbinden
  • le plat = het hoofdgerecht
  • tu prends des notes = jij maakt aantekeningen
  • la protection = de bescherming
  • remplir = invullen
  • renseigner = raadplegen
  • retour = retour
  • souhaite = wenst
  • travailler = werken
  • vers = naar